Om niet langer afhankelijk te zijn van gas zoekt de gemeente Amsterdam naar andere, duurzame warmtebronnen zoals restwarmte. Amsterdam deed een proef op de som in het Paasheuvelgebied in Amsterdam Zuidoost en betrok daarbij experts van Geodan, Arcadis, de Basisregistratie Ondergrond, Waternet en Deltares. Een integrale aanpak en goed zicht op de samenstelling van de ondergrond, is cruciaal om goede stedenbouwkundige ontwerpen boven de grond te realiseren. Van deze zoektocht in de ondergrond is nu een digitaal bladerboek (storymap) gemaakt.
Datacentrum Paasheuvelweggebied verwarmt 300 nieuwe woningen
De transformatie van het Amstel III gebied laat zien hoe gebiedsontwikkeling hand in hand gaat met de duurzaamheidsambities van de stad Amsterdam. Dit kantorengebied tussen de Johan Cruijff ArenA en het AMC wordt een woon-werkgebied. Ook bevindt zich hier onder andere het belangrijkste internetknooppunt van Nederland. Een extra reden dat het bedrijfsleven belangstelling heeft om hier datacentra te bouwen. Het koelen van die datacentra levert warm water op, dat benut kan worden om huizen te verwarmen. In het Paasheuvelweggebied zullen 300 nieuwe woningen gekoppeld worden aan de restwarmte van een bestaand datacentrum via een nieuw aan te leggen warmtenet. De energie van het bestaande datacentrum wordt dan weer opgewekt door windmolens.
Bodemenergiesystemen
Berekeningen laten zien dat met de restwarmte van alle datacentra in Amsterdam Zuidoost 200.000 nieuwe woningen verwarmd kunnen worden. In de zomer hebben we die warmte niet nodig en slaan we de restwarmte op om ’s winters te gebruiken. Hoe doe je dat? De bodem onder onze voeten is opgebouwd uit verschillende lagen, en een deel daarvan is geschikt om warm water in op te slaan. ’s Winters pompen we dat dan weer omhoog. Een dergelijk systeem noemen we Warmte- en Koude-Opslag (WKO). Afhankelijk van het specifieke WKO-systeem is de energie waarmee we onze huizen op die manier verwarmen voor ongeveer driekwart afkomstig uit duurzame energie.
Kijkje onder de grond
Voor dit soort bodemenergiesystemen hebben we in de ondergrond een bepaald soort zandlaag nodig om het warme water in op te kunnen slaan. Maar waar en hoe diep zit die dan precies? In het Paasheuvelgebied bleek de ondergrond variabeler van samenstelling dan gedacht; eigenlijk is de opbouw van de ondergrond op geen enkele plek precies hetzelfde. Alleen al in het Paasheuvelweggebied bleek het geschikte zandpakket 10 meter in dikte te verschillen, en bovendien bleek het gedeeltelijk door een kleihoudende laag in tweeën te worden gedeeld. Het goede nieuws is dat er inderdaad capaciteit voor bodemenergie aanwezig is, al verschilt die van plek tot plek.
Erg druk in de ondergrond
Om de warmte van het datacentrum naar de woningen te vervoeren, tijdelijk in de bodem op te slaan en weer op te pompen, zijn leidingen, pompen en warmtewisselaars nodig die ruimte innemen in de ondergrond. En dan blijkt dat zich vooral in de bovenste 2 meter van de ondergrond – naast een boel boomwortels – al een wirwar van kabels en leidingen bevindt. Je kunt bij wijze van spreken geen spade in de grond steken zonder er een te raken. Hoe krijg je dat goed genoeg in beeld? Hoe kun je een nieuw systeem ontwerpen rekening houdend met alle andere ondergrondse infrastructuur die nog moet worden aangelegd?
Methode integrale aanpak Openbare Ruimte
Door nieuwe ontwikkelingen zoals de energietransitie, klimaatadaptatie en het faciliteren van een circulaire economie, krijgt de ondergrond er steeds meer gebruiksfuncties bij. De stad van de toekomst zal hierdoor de bovenste meters van de ondergrond steeds intensiever gaan benutten, terwijl het daar nu al erg druk is. De gemeente Amsterdam ontwikkelt daarom een nieuwe ontwerpmethode voor de openbare ruimte en ondergrond: de Methode Integrale Aanpak Openbare Ruimte. De centrale opgave daarbij is om de belangrijkste ontwerpthema’s in een gebied te vertalen naar efficiënte, slimme en integrale profielen per straat, kavel of ander deel van de openbare ruimte.
3D ruimtelijke planning en integrale aanpak zijn onontbeerlijk
In dit project zijn de gegevens over de opbouw van de ondergrond gecombineerd met allerlei relevante 2D en 3D data van het gebied, en in 3D gevisualiseerd. Bovengrondse en ondergrondse vraagstukken kunnen zo optimaal op elkaar worden afgestemd. Dat verkleint het risico op fouten en onverwachte kosten in de toekomst. Bovendien zitten we elkaar dan straks in de ondergrond niet in de weg zitten en kunnen de mogelijkheden van het gebied optimaal worden benut. Met 3D ruimtelijke planning en een integrale aanpak zetten we een stap voorwaarts op weg naar de duurzame stad van de toekomst.